Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

  1. Voeg het project toe aan git via git clone <repo>.
  2. Start IntelliJ.
  3. Open de pom.xml als project en laad alle dependencies.
  4. Zoek in de repository het bestand JaVaFo.jar. Druk met de rechtermuisknop hierop en klik op "Add as library", druk in het pop-upmenu op "ok".
  5. Controleer in module-info.java of van de twee regels die JaVaFo bevatten, degene onder de system scope in gebruik is. Dit staat in het bestand met comments aangegeven. Zie hoofdstuk 8 8 over JaVaFo voor verdere toelichting.
  6. Controleer in de pom.xml of bij de JaVaFo dependency de system scope met bijbehorende filepath aanwezig zijn.
  7. Run Mainwrapper.class of KlukklukApplication.class om de applicatie te compileren. De applicatie zal nu opstarten.

...

  • CREATE.sql, het script waarmee de database aangemaakt kan worden. Mochten er ooit aanpassingen moeten plaatsvinden in de database, dan kunnen die via dit bestand ingevoerd worden. (Zorg er naderhand voor dat de Entity-klassen bijgewerkt worden)
  • JaVaFo.jar, De externe library gebruikt voor de indelingen voor periodecompetities via zwitsers. Hierover later nog meer informatie.

SQLite

Om een SQLite database te maken moet je SQLite geinstalleert hebben."SQLite3 kun je downloaden op https://sqlite.org/download.html. Om een database te maken kun je het commando "sqlite3 klukkluk.db < CREATE.sql" uitvoeren.

JPA

Voor verbinding met de database maakt Klukkluk gebruik van de Jakarta Persistence API. Om data uit de database te benaderen dient gebruik te worden gemaakt van de Repository en Entity-klassen, waarbij de repositories de functie van een DAO uitvoeren en een Entity een java-klasse is die een database tabel representeert. In de repositories kunnen queries op de database uitgevoerd worden in een speciaal dialect genaamd JPQL (Jakarta Persistence Query Language). Het resultaat van een query is altijd ofwel één ofwel een List van Entities. Deze entities kunnen vervolgens via mappers omgezet worden naar DTO's.

...

In de Scene Builder zijn verschillende blokken met verschillende velden en functionaliteiten. Ik heb deze voor het gemak even onderverdeeld in cijfers waar ik vanaf nu naar zal refereren

Blok 1 (linksboven) bevat alle elementen die in de pagina gesleept kunnen worden. Dit zijn bijvoorbeeld buttons, grafieken, een menu, tabellen en nog veel meer. Als er iets geslepen wordt in het veld in het midden (de pagina) gebeuren er twee belangrijke dingen. Één is dat er op de achtergrond in het text tabje de FXML code voor het object wordt aangemaakt. Nummer twee is dat er in vak 2 (linksonder) een nieuw object erbij komt. Het object dat net in het vak is gesleept. Vak 2 is dan ook de navigator waar alle objecten die vanuit blok 1 op de pagina gesleept worden in hiërarchische volgorde worden weergeven. Als laatste is er nog vak 3 (rechts). Dit vak bevat alle instellingen voor het object uit vak 1. Selecteer een object op de pagina en alle opties komen omhoog die aangepast kunnen worden aan dat object. Een hoop van deze instellingen kunnen ook in de text tab aangepast worden en dat is vaak ook makkelijker. 

Image Added

In de bovenstaande button worden een paar belangrijke handelingen gedaan. Allereerst wordt er met fx:id een variabele naam gegeven aan de button die in de controller gebruikt kan worden. Later komt hier meer informatie over. Disable zorgt ervoor dat de knop unclickable wordt. mnemonicParsing wordt automatisch aangemaakt bij het gebruik van de Scene Builder en hoeft niet aangepast te worden. onAction is misschien wel een van de belangrijkste tag's op deze pagina. Naast onAction zijn er meerdere soortgelijke tags die onder andere staan in het kopje "Properties inherited from class javafx.scene.Node". Het is verstandig om deze API documentatie van JavaFX ook nog even goed door te lezen aangezien hier erg handige methodes in beschreven staan. De eerder genoemde onAction en andere tags die daarbij horen triggeren een actie als er een bepaalde interactie met de knop wordt gedaan. onAction activeert in dit geval de methode onDeleteButton die in de controller staat als er op de knop geklikt wordt. De hashtag voor de methode is verplicht. Als laatste is er nog de styleClass tag en deze is hetzelfde als bij de borderPane in een eerder voorbeeld. Hiermee kan een styling klasse gebonden worden aan deze button. 

Image Added

In de controller zijn er een hoop van deze @FXML tags te vinden. Deze binden het FXML object aan een Java object waar de controller gebruik van kan maken. JavaFX kan deze zelf genereren als er een nieuwe fx:id gegeven wordt aan bijvoorbeeld een button door over het gele lijntje dat verschijnt te klikken en op generate in controller te klikken. Ditzelfde kan ook voor methodes en is ook aangeraden aangezien verschillende trigger tags verschillende parameters hebben. 

Dit waren zo een beetje de belangrijkste dingen voor het gebruik van JavaFX. Als laatste is er nog de stylesheet maar deze verandert niet heel veel van normaal CSS. Het is wel belangrijk dat de gebruiker een value assigned aan een CSS functie die begint met -fx. Dit zijn de ingebouwde functies van JavaFX en andere functies die niet beginnen met -fx werken af en toe, maar zijn niet heel betrouwbaar

Packaging via Maven

Klukkluk is een maven project, hierdoor kan de applicatie gemakkelijk gepackaged worden als een enkele .jar. Dit gebeurt door middel van de Maven Shade plugin:

...