Page History

1. Eerste gesprek houden met de opdrachtgever om extra informatie over de opdracht te verkrijgen
2. Goed de opdrachtinformatie doorlezen

Het SRS moet usecases bevatten, en de code/tests moeten traceerbaar zijn naar deze usecases.

1. De userstories zijn genummerd.
2. De usecases zijn gekoppeld aan de relevante userstories.
3. Bevat system sequence diagrammen voor de balangrijkste usecases.
4. Bevat sequence diagrammen voor de belangrijkste usecases.
5. Bevat functionele eisen volgens FURPS.
6. Bevat schermontwerpen voor de applicatie

Het SRS moet gebaseerd zijn op het template bestand "SRS" van de HAN.

1. Userstories bedenken
2. Usecases bedenken
3. Usecases uitwerken
4. System sequence diagrammen maken mits usecase groot of onduidelijk is.
5. Functionele en non-functionele eisen opstellen volgens FURPS+
6. Frontend ontwerpen maken

Het SDD moet designkeuzes uitleggen en beargumenteren. In het SDD moet verwezen worden naar SOLID of GRASP principes, zoals aangeleerd in Object oriented analysis and design.

1. Het SDD bevat een deployment-diagram.
   
   1. Het deployment-diagram bevat de juiste versies van gebruikte software.
   2. Communicatie tussen lagen bevat de gebruikte poorten en communicatietechnieken.
2. Het SDD bevat een package-diagram.
3. Het SDD bevat sequence diagrammen voor grote of onduidelijke usecases.
4. Het SDD bevat een klasse diagram met uitleg over de gemaakte keuzes.
5. Het SDD bevat een PDM met uitleg over de gemaakte keuzes.

Het SDD moet gebaseerd zijn op het template bestand "SDD" van de HAN.

1. Sequence diagrammen uitwerken als dit nodig is.
2. Sequence diagrammen toelichten
3. Klasse diagram maken
4. Er moet een deployment diagram gemaakt worden
5. Er moet een package-diagram gemaakt worden
6. Er moet worden beschreven worden hoe de applicatie geïnstalleerd kan worden

1. De code wordt met Java gemaakt.
2. Er word gebruik gemaakt van Maven.
3. In de code wordt enkel de Engelse taal gebruikt.
4. Namen van classes, methods en variables voldoen altijd aan camelCase.
5. Namen van classes beginnen altijd met een hoofdletter.
6. Namen van packages bevatten nooit hoofdletters.
7. Voor elke method staat een comment met daarin een korte beschrijving van de method.
8. Wanneer een class gebruik maakt van een externe library wordt er gebruik gemaakt van het adapter pattern.
9. De naam van testclasses is de naam van de geteste class plus Test.

1. Er moet een maven project gemaakt worden
2. De code van usecases moet gemaakt worden

1. De database moet minimaal in de derde normaalvorm zijn
2. De database moet gemaakt worden op basis van het PDM
3. De database moet gebackupt kunnen worden via een cloud service als dropbox, en moet niet gehost worden als een externe database.
4. Tabelnamen en attributen zijn met camelCase geschreven.
5. Tabelnamen beginnen met hoofdletters
6. Enkel de Engelse taal word gebruikt in de database

1. De database moet ontworpen worden o.b.v de verkregen testdatabase
2. Het PDM moet gemaakt worden

1. Tests moeten bedacht worden
2. Tests moeten beschreven worden

1. De resultaten van de tests moeten beschreven worden.
2. Er moet een conclusie gemaakt worden

De installatiegids moet beschrijven hoe de applicatie geïnstalleerd kan worden en hoe de ontwikkelomgeving moet worden opgezet. Dit moet op een manier zodat iemand zonder verstand van ict het ook kan.

1. Beschrijven installatie van applicatie
2. Beschrijven opzet ontwikkelomgeving

Beschrijft hoe je de functies in de applicatie kunt uitvoeren.

1. Beschrijven hoe je de functies in de applicatie kunt uitvoeren.